Vaarwel Nederland

Wind uit de goede hoek, maar erg hard. Dat is de laatste week een beetje het weerbericht. De kusten die we bezeilden steeds lagerwal, maar wel recordsnelheden.

De dag na Sietske haar verjaardag gaat de wekker al om kwart voor vier. In het donker schutten we richting het Slijkgat en een flinke duw tegen de sluismuur is voorlopig het laatste contact met Nederlandse grond. Op de radar varen we netjes in het midden van de geul naar buiten. Gelukkig geen gekkigheid in deze ondertussen toch beruchte geul.

Daarna een hele mooie zeiltocht, bij Ouddorp steekt een zeehond heel dichtbij de boot zijn koppie boven water en kijkt ons verwonderd aan. Als we de grens oversteken, hijsen we onze eerste gastenvlag, we zijn in het buitenland! Bij de aanloop van de Westerschelde is het even oppassen geblazen tussen de grote schepen en bij Blankenberge driften we naar binnen, want er staat een flinke stroming tussen de staketsels.

 

Na een dagje Blankenberge, waar we één van de andere dokters van Saba ontmoeten, verlaten we België alweer. We scheuren met wind en stroom mee naar Frankrijk. 9.2 zien we op de GPS! We zingen de Marseillaise als we de Franse gastenvlag hijsen en Duinkerke aanlopen. Hier zijn we nog nooit geweest. Ons roestige Frans wordt meteen getest, al doet de havenmeester goed haar best om ons in haar beste Engels te ontvangen. We krijgen wat leuke tips en doen meteen even navraag wat nu de coronaregels zijn. Die zijn hier toch weer anders dan in Nederland, dus het mondkapje moet weer mee als we op stap gaan. In drukke gebieden, zoals op de zaterdagse versmarkt, doet iedereen zijn kapje op, om het daarbuiten vooral weer snel af te zetten. ’s Avonds genieten we van een bijzonder mooie vuurwerkshow om het einde van het strandseizoen te vieren. Tijd om naar het zonnige zuiden te varen!

Bij het uitvaren van de haven van Duinkerken hijsen we in de haven vast het grootzeil. Dat hadden we handig van die Fransen afgekeken. Helaas springt de semafoor op de havenhoofden op rood en moet het zeil als een haas weer omlaag. Nadat een groot vrachtschip tussen vier sleepboten naar binnen gemanoeuvreerd is, herhalen we de hele exercitie en varen we uit.

Wat volgt is een snelle tocht naar Boulogne, want het waait nog steeds hard. Als we meer dan tien knopen op de GPS zien verschijnen, vinden we het te dol worden en trekken we het tweede rif erbij. We ronden Cap Blanc Nez en Cap Griz Nez en als we om de bank voor Boulogne heen oploeven, merken we pas echt hoe hard het waait. We meren af in een bijna lege haven en lopen nog een rondje door de stad.