We verlaten Vigo opnieuw richting Cies. Nu blijven we twee nachten liggen, dan kunnen we ook even wandelen. Cies bestaat eigenlijk uit twee eilanden, verbonden door een strand (en een door mensen gemaakt dammetje dat met hoogwater overspoeld kan raken). De zuidkant is het hoogst, daar kan je naar de vuurtoren wandelen. Dat is de afslag die de meeste toeristen nemen. Omdat Sietske’s voeten en benen nog wat bij moeten komen van het laatste wandelavontuur, wandelen wij de noordkant langs. Met bijzonder mooie vergezichten en echte boslucht is het er heerlijk vertoeven.
’s Avonds vertrekken de andere boten één voor één tot we het eiland voor onszelf hebben. We zitten nog even in de kuip naar de sterren te kijken. Een waardig afscheid van Spanje, want met het eerste ochtendlicht zetten we opnieuw koers richting het Zuiden. Het waait heel zacht, dus besluiten we voor het eerst om onze 80 vierkante meter spinnaker te hijsen. Best spannend, maar we gaan er wel mee vooruit. Het vergt wel geconcentreerd sturen. Robin ziet een dolfijn, maar Sietske heeft het te druk om achterom te kijken.
We steken opnieuw een grens over en zijn nu in Portugal. We varen stroomopwaarts de rivier op richting één van de vele bruggen van Eiffel die Portugal rijk is. Er wordt van ons verwacht dat we op zijn Mediterraans aanleggen, met het anker voorop en dan lijnen achter naar de kade. Dat trekt ons niet zo, want de spiegel van Puffin is aardig volgebouwd en dan wordt op- en afstappen een hele kunst. We zien nog een leeg plekje in de haven en leggen haar brutaal daar neer. We halen opgelucht adem als we daar van de havenmeester mogen blijven liggen. Soms is het heel fijn om in het laagseizoen te varen.