Juli 2019

Sietske schuurt binnen verder in de bakskisten. Die hebben veel hoekjes en gaatjes waar de grote schuurmachine niet in past, daardoor kost het een hoop tijd om alle losse verf eraf te krijgen. Dan worden we met vakantie gestuurd, want de buitenkant van Puffin wordt geschilderd en dan zouden wij alleen maar in de weg lopen.

 

We gaan zeilen met een punter. Het is snikheet, dus we zwemmen veel en zitten een hele middag op het Hemmeland op het terras in de schaduw. Dan is er ’s nachts noodweer. We liggen met een klein, stalen bootje in het open veld en er komt een enorme onweersbui aan. Snel nemen we het besluit om richting de bebouwing te varen, maar met het losmaken van de landvasten, gaat de dodeman mee overboord. Vet balen, want nu komen we niet snel genoeg weg voor de bui. Dan maar lopen. Als we het dorp in lopen (drie uur ’s nachts), is daar toevallig iemand zijn tuinkussens binnen aan het halen. We mogen binnenkomen, het noodweer houdt aan, dus mogen we blijven slapen. ’s Morgens krijgen we nog een kopje koffie en dan lopen we terug naar het bootje. Ons vertrouwen in de mensheid volledig hersteld.

Dan komen we terug bij Puffin, ze ziet er prachtig uit. We durven bijna niet aan boord, zo ligt ze ons tegemoet te glimmen. Als dan de blauwe bies er ook nog opgeschilderd wordt, is ze weer helemaal onze boot. Op vakantie hebben we er veel over gepraat en het hing al een tijdje in de lucht, maar we hakken definitief de knoop door om het vertrek een jaar uit te stellen. Er moet nog zoveel aan de boot gebeuren, het huis moet nog verkocht worden en al het extra werk heeft ook wel voor een deuk in het budget gezorgd, dus kiezen we voor rust in ons hoofd en het werk. We gaan Puffin op en top in orde maken en dan komt het vertrouwen in het vertrek vanzelf.