Als toerist op verkenning

Al reizend met de boot ervaren we onze bestemmingen doorgaans bijna terloops. Zoekend naar een bootonderdelen, een plek om de was te doen of de beste winkel voor vers fruit ontdekken we een land of een stad. Soms nemen we even “vrij” van het bootleven om gericht naar bijzondere dingen te gaan kijken, maar meestal zorgen de gewone dingen al voor veel indrukken. Nu krijgen we echter visite en gaan we dus een versnelling omhoog.

Wij zijn ondertussen al erg enthousiast over Suriname, maar het watermanagement van Paramaribo kan wel wat aandacht gebruiken. De overstromingen halen zelfs het Nederlandse nieuws. Traag snorkelen we met onze huurauto richting Maartens hotel. Maarten en Sietske lopen nog een rondje door de stad en gaan even koffiedrinken en bijkletsen terwijl Robin probeert een rijtoestemming te regelen. Je mag namelijk met je Nederlandse rijbewijs eigenlijk maar twee weken rijden in Suriname. Dat lukt niet, want we hebben niet de juiste stempels en formulieren. Dus rijden we naar district Commewijne, waar we fort Nieuw Amsterdam bezoeken en roze dolfijnen spotten vanaf de dijk.

In hotel Peperpot genieten we van de luxe van het zwembad en een flinke djogo, een literfles Parbo bier. Eén van de andere gasten is helaas minder tevreden en zet ’s avonds het hele restaurant op stelten. De bediening is er helemaal perplex van. Omdat in Suriname alles “kip” genoemd wordt (een alligator is een waterkip, een leguaan een boomkip) dopen wij deze man om tot blaaskip. Gelukkig zoekt hij zijn heil een dag later elders.

Wij gaan de volgende dag kanoën door natuurpark Peperpot. We varen door de jungle, zien verschillende soorten apen en bewonderen het licht dat steeds anders door de bomen valt. ’s Middags gaan Maarten en Sietske ook te voet nog even het park in. Dan zien ze een miereneter!  Het gaat goed met het spotten van dieren. Achteraf horen we dat die ook best gevaarlijk kunnen zijn. Het uitzicht over de boomkronen vanaf de vogeltoren is heel bijzonder.

Na een tweede poging om een rijtoestemming te krijgen, waarbij we meteen ook ons visum verlengen, geven we dit op. We zouden een bankrekening moeten openen om een storting van €7,50 aan de staatskas te doen. Dus als je ooit van plan bent om langer dan twee weken in Suriname te reizen, is een internationaal rijbewijs handig. Maarten mag dus rijden, want we gaan naar Ston eiland en dan kom je langs een politiepost.

Het huisje op Ston is wat bijzonder. Niet echt wat we op de foto’s hebben gezien. We lijken ook de enige bezoekers. Het uitzicht is wel heel indrukwekkend. We kijken uit op het Brokopondo stuwmeer. Een meer zo groot als de provincie Utrecht. De bomen in het ondergelopen gebied hebben ze laten staan, dat was goedkoper bij de aanleg. Daardoor steken er honderden kale stammen omhoog uit het meer. Over het water heen zien we de Brownsberg, die is helaas niet te bereiken door alle regen.

We maken plannen voor de komende dagen. Eerst rijden we via de stuwdam terug naar de boot. Er kruipt een luiaard over het strand. Een bizar gezicht! Het lukt om een excursie naar de inheemsen in Galibi te regelen. Dus rijden we ’s ochtends vroeg met onze gids via Moengo, een verlaten bauxiet-dorp, en het monument voor de slachtoffers van de oorlogsmisdaden in Moiwana naar Albina. Vanaf daar varen we naar het inheemse dorp Galibi.

We bezoeken het dorp, wandelen door de natuur en gaan ’s avonds schildpadden kijken. Het is opnieuw een indrukwekkend proces om te zien (zeker omdat één van de gidsen een unox muts draagt terwijl het 25 graden is), maar het is schokkend hoe vervuild de stranden hier zijn met plastic.

De volgende dag nemen we alweer afscheid van onze gastheer en brengen we nog een kort bezoek aan Frans-Guyana. Een bizar contrast met Albina. Naast dat je er met de euro kan betalen, een office du tourisme kan bezoeken en je Nederlandse telefoonabonnement gewoon werkt, is het er heel schoon en goed onderhouden. Zonder de hitte en de kleur van de mensen, zou je je zo in Zuid-Frankrijk wanen. Terug in Domburg laten we Maarten nog kennis maken met het schaafijs en het mensen kijken op zondagmiddag. De dag erna brengen we hem alweer naar het vliegtuig. Het is nog even spannend, maar hij is net op tijd bij de incheckbalie en komt goed thuis.